VANUIT HET NIETS KLINKT IN HET ALTIJD RUSTIGE PHIPHAT-2 een snerpende sirene. In de open winkel die ik net passeer verstijft de kleermaakster achter haar naaimachine. Verder zie ik geen levende ziel in het straatje dat hier een dorps karakter heeft, al ligt het in het hart van Bangkok Central Business District. Het is te smal voor trottoirs en er staan lage houten shop-huizen die elders in het stadscentrum al lang zijn gesloopt.
Daar waar een heilige boom is omwikkeld met kleurrijke linten, rent een verpleegster de straat op. Ze komt uit de nog smallere soi die leidt naar de kleine krottenwijk achter de glimmende kantoorkolossen van Silom-straat.
Ze is in roze-wit plastic gehuld. Van top tot teen. Met omhoog gestoken armen houdt ze het verkeer tegen dat er niet is. En mij.
Dan schiet een ambulance busje de weg op. En nog een. En nog een. ‘Thank you’ zegt ze in mijn richting, rent terug en roept wat tegen collega’s die ik niet zie.
Voor het eerst kom ik Covid tegen tijdens de dagelijkse wandeling door mijn Bangkokse buurt. De 1270 kleine en grote slumps in Bangkok zijn tikkende Covid-tijdbommen, kopte de Bangkok Post recent. Pas nu realiseer ik me dat een van die bommen op m’n dagelijkse route ligt.
>>>
De beroemde Thaise glimlach was op straat al verdwenen achter mondkapjes. En nu ook uit de ogen erboven, valt me op in voorheen levendige straten als Silom en Suriwong.
De blikken van passanten zijn strak naar voren gericht, de eigen veiligheid inschattend op de gekozen route – anderen zoveel mogelijk op afstand houdend.
Ik merk dat ik het zelfde begint te doen. Ik loop met een boog om de tuktuk-bestuurder heen, die me bijna elke dag vraagt waar ik heen ga. ‘Chan deun’, zeg ik. ‘Ik loop.’
>>>
Op de kruising van Silom met Thanon Convent ontbreekt tijdens de lunchpauze het gebruikelijke gekrioel rond eetstalletjes en kramen met aanbiedingen. Het meeste kantoorpersoneel werkt thuis en zij die wel op kantoor zijn laten eten nu veelal bezorgen.
Bij de in- en uitgang van de bromfietsgarage van shoppingmall Silom Complex, halverwege Thanon Saladaeng, is het een komen en gaan van bezorgers in groene, gele of roze bedrijfskleding. ‘Very busy’, zegt een vriendelijke man die een paar keer bij me aan de deur was. ‘Very busy, but money not good.’
Het mag niet, maar iedereen weet dat bezorgdiensten ondanks toegenomen klandizie korten op bezorgers. Tegelijkertijd vragen ze restaurants meer commissie. Die zijn, door een verbod op in-dining, aangewezen op take away en delivery. En dat kost zo vaak meer dan het oplevert. Guido stuurde vanmorgen bericht dat zijn Duitse restaurant in Silom vanaf vandaag gesloten is. Voorlopig geen Wienerschnitzel.
>>>
Bij de kantoortoren in de vorm van een robot aan Sathorn – ooit een modernistisch bouwkundig hoogstandje – hangt opeens een doek: ‘Vaccinatie en gezondheidscentrum’. Het moet een van de meer toegankelijke vaccinatielocaties zijn die het Bangkokse bedrijfsleven aanbiedt ter ondersteuning van staatsziekenhuizen. Vanaf juni begint het massaal prikken van de Thai met het in eigen land vervaardigde AstraZeneca. In een fabriek van de koning.
Even verderop zit een oude man. Zonder verplicht mondkapje. Met in Bangkok verboden bedel-beker. Ik haal een mondkapje uit m’n tas en houdt het voor ‘m op. Neem, gebaar ik. Maar hij begrijpt het niet. Of heeft geen interesse.
>>>
Onderweg naar huis maak ik een praatje met de verkoper van bloemenkransjes, die in Saladaeng op z’n kruk op z’n vaste plaats zit. Hij draagt 2 mondkapjes tegelijk.
Ter plekke rijgt hij kransen van Jasmijn en roosjes voor kantoorpersoneel. Om te offeren in geestenhuisjes ter bevordering van een goede werkdag. Maar door al dat thuiswerken valt de klandizie tegen. ‘De helft van normaal’, zegt ie.
Hij is een van de 100.000 inwoners van Klong Toei, Bangkoks grootste sloppenwijk, waar het virus stevig woedt. Z’n tante of grootmoeder – mijn Thais is niet best – is besmet en ligt in een noodhospitaal. Die zorgt normaal voor de kinderen, want z’n vrouw verkoopt ook offerkransjes – elders in de stad.
De buurvrouwen passen nu een beetje op – dat is het voordeel van ongezond dicht op elkaar wonen.
>>>
We stoppen ons gesprek even als een ambulance voorbij rijdt. ‘In Klong Toei gebeurt dan nu de hele dag’, zegt hij. ‘Je bent bijna blij als je een sirene hoort. Want het duurt vaak uren tot een ziekenhuisbed vrij is en er dus een ambulance komt.’
Mijn huis vult zich even later met de zware, zoete geur van 10 verse Jasmijn-kransjes
> Voor dagelijkse updates en opmerkelijke Thaise berichten volg ons Facebookgroep!